De remlichten van een auto, aan de achterkant van het voertuig, zijn rood om de achteropkomende bestuurders te waarschuwen dat de auto remt. Het is dus een veiligheidsvoorziening die aangeeft wanneer het voertuig remt en stopt.
De remlichten werken automatisch. Wanneer het rempedaal wordt ingetrapt of het noodremsysteem wordt geactiveerd, stuurt een schakelaar een elektrisch signaal naar de regeleenheid, waardoor de remlichten gaan branden.