Een van de bijzonderheden van diesel, per definitie een geraffineerd product, is dat hij bij koude temperaturen kan bevriezen. Hoewel de oliemaatschappijen deze les hebben geleerd en dieselbrandstof verkopen die beschermd is in het koude seizoen, is het absoluut noodzakelijk dat de dieselbrandstof opwarmt om de motor te kunnen voeden, of het nu gaat om een standaard uitrusting of een aangepast systeem. Het is de bedoeling dat de diesel een gematigde temperatuur bereikt. Dit voorkomt bevriezing en optimaliseert de verbranding van de motor.
De voorverwarming gebeurt door het koelsysteem van de motor of door een elektrische weerstand in direct of indirect contact met de brandstof.
Er zijn verschillende varianten van voorverwarming voor diesel beschikbaar. Er is voorverwarming met koelvloeistof, modellen die aanpasbaar zijn met elektrische weerstand, voorverwarmers voor koude klimaten en fabrieksuitrusting.
Aanpasbare modellen door elektrische weerstand
Ze bevinden zich vaak in de buurt van het brandstoffilter, worden in het dieselcircuit geplaatst en bestaan uit een verwarmingselement. De sensor dient om de temperatuur te regelen. Deze apparaten worden zelden gebruikt in auto's, omdat moderne voertuigen er standaard mee zijn uitgerust.
Voorverwarming via koelvloeistof
Dit systeem wordt door de fabrikant ingebouwd en is langzaam aan het verdwijnen. Het bestaat uit een blok van een aluminiumlegering dat op zijn beurt bestaat uit twee naast elkaar gelegen luchtdichte circuits: het dieselcircuit wordt via de wanden van de behuizing verwarmd door het circuit van het koelsysteem.
Fabrieksmontage
Dergelijke apparatuur is standaard ingebouwd op 'common rail' motoren op hoge druk en op dieselmotoren met directe inspuiting.
Parallel daaraan bevindt zich in de retourleiding een brandstofkoeler die de temperatuur van de oververhitte dieselolie verlaagt (van 50 tot 100 °C). Deze oververhitting is te wijten aan de injectiedruk. Met deze temperatuurdaling kan de vorming van water en condens in de tank worden voorkomen.
Het elektronische beheerssysteem bestuurt deze apparaten die in de behuizing van het brandstoffilter zijn ondergebracht. Dit zorgt voor een stabiele en constante temperatuur dankzij de aanwezigheid van een thermostatisch element of een brandstoftemperatuursensor. Het hoofddoel is het optimaliseren van de verbranding. De brandstof moet een temperatuur tussen 15 en 25 °C behouden.
Voorverwarmers voor koude klimaten
Dit type verwarming wordt gebruikt in Noord-Amerika en de Scandinavische landen en wordt aangesloten op het elektrische netwerk van huizen om de koelvloeistof met behulp van weerstanden te verwarmen.
Wanneer het voertuig geparkeerd staat, ontstaat een thermosifon die niet alleen het koelsysteem verwarmt, maar ook alle motoronderdelen en de brandstof waarmee het in contact komt. Het is ideaal voor het starten bij extreme temperaturen.