Wat is de functie van de uitlaatgastemperatuursensor?
De uitlaatgastemperatuursensor meet de temperatuur van het uitlaatgas. Deze informatie wordt vervolgens teruggestuurd naar de ECU, waar de beslissing wordt genomen.
Bij benzinemotoren is de hoofdtaak om de belangrijkste onderdelen te beschermen tegen hoge temperaturen, vooral wanneer het motorvermogen laag is. Als de sensor een te hoge temperatuur registreert, zal de ECU de temperatuur verlagen, bijvoorbeeld door de druk van de turbo te verlagen of de hoeveelheid brandstof die in de katalysator wordt ingespoten te verhogen.
Dieselmotoren gebruiken een uitlaatgastemperatuursensor om de temperatuur van het roetfilter te meten en een geschikte temperatuur voor regeneratie in te stellen om schadelijke emissies te verminderen.
Het is niet verwonderlijk om drie of meer sensoren in de uitlaat te hebben. De eerste wordt geplaatst vóór de turbocompressor, de tweede vóór de DPF en de laatste na de DPF.
Soorten uitlaatgastemperatuursensoren
Er bestaan twee soorten uitlaatgastemperatuursensoren. De ene wordt beïnvloed door de positieve temperatuurcoëfficiënt (PTC) en de andere door de negatieve temperatuurcoëfficiënt (NTC). Het enige verschil tussen deze twee sensoren is de manier waarop de temperatuur wordt gemeten.
NTC-apparaten hebben een hoge weerstand bij lage temperaturen en een lage weerstand bij hoge temperaturen. Met andere woorden, de weerstand neemt af naarmate de temperatuur stijgt.
Terwijl in een PTC-apparaat de weerstand toeneemt met de temperatuur. Dit is het meest voorkomende type sensor op de huidige voertuigen.
In beide gevallen wordt een temperatuur toegewezen aan de weerstand van de motorsturingseenheid en wordt dienovereenkomstig actie ondernomen.
Wat zijn de tekenen van een defecte uitlaatgastemperatuursensor?
Een defecte uitlaatgastemperatuursensor kan het uitlaatgasnabehandelingssysteem van het voertuig nadelig beïnvloeden, met de volgende symptomen tot gevolg:
- Motorcontrolelampje:het motorcontrolelampje gaat branden wanneer de ECU een probleem met de sensor detecteert.
- Overmatig brandstofverbruik: wanneer de sensor onjuiste informatie doorgeeft, kan het regeneratieproces van het DPF toenemen, wat tot meer brandstofverbruik leidt.
- Roetfilterregeneratie: defecte sensoren kunnen ook leiden tot zinloze regeneratie.
- Niet-geslaagde emissiemeting: onjuiste aflezing kan leiden tot storing van het EGR-systeem zonder dat het motorlampje wordt weergegeven.